Ik ben aanwezig geweest bij toevallige gesprekjes en bij een aantal 10 minuten gesprekken naar aanleiding van de rapporten.
De toevallige gesprekken:
Ik heb gezien dat de toevallige gesprekken meestal plaats vonden in de klas als de ouders hun kinderen weg hadden gebracht of op het schoolplein net voordat school begon. Het viel me op dat de meeste toevallige gesprekken gaan over of dokterafspraken of wanneer er iets was gebeurd. Zo ging één toevallig gesprekje met de leerkracht over iets wat er was gebeurd met een leerling tijdens het zwemmen.
Ik vond het goed van mijn mentor dat hij rustig bleef luisteren naar de ouders en vragen stelde wanneer dit nodig was. Ik vond het ook goed dat mijn mentor gewoon de tijd nam voor deze gesprekjes.
Als de toevallige gesprekjes een serieuzere wending zou aannemen, zou ik met de ouders een moment inplannen wanneer dit voor allebei uit zou komen. Ik zou dit niet bespreken in een klas of schoolplein vol kinderen. Nu was dit ook niet het geval bij deze toevallige gesprekken, maar stel dat het zou gebeuren, dan zou ik dat op deze manier doen.
De 10 minuten gesprekken:
Mijn mentor had de computer vooraf al aangezet met hierop de CITO-scores van de leerlingen. Daarnaast had hij zelf al de rapporten geschreven en nog eens bekeken, zodat er hier met de ouders over gesproken kon worden.
De organisatie was goed. Mijn mentor had van tevoren op de gang stoelen klaar gezet waar de ouders die eerder waren, konden gaan zitten. Hier lagen ook al de schriften van de kinderen klaar, zodat de ouders dit alvast in konden kijken. Mijn mentor had ook de radio op de gang gezet, zodat er een relaxte sfeer ontstond.
In de klas was de organisatie ook goed. De ouders en mijn mentor zaten allebei op kinderstoelen. In het midden stonden vier tafels waarop de spullen van de kinderen neergelegd konden worden. Toen de ouders binnen kwamen, kregen ze een hand en ook na afloop kregen de ouders een hand. Mijn mentor liep met de ouders mee naar de deur.
De goede punten van mijn mentor vond ik dat hij een open houding had. De gesprekken begonnen altijd met dezelfde vraag: wat vond je van het rapport? De ouders konden hier vrijuit over praten. Mijn mentor stelde vragenen relativeerde wat de ouders zeiden. Daarnaast vond ik het heel goede dat mijn mentor de CITO-scores uitlegde. Dit kan best nog wel eens lastig zijn en misschien durven ouders dit niet te vragen, omdat ze bang zijn dat ze dom gevonden worden. Ik vond dit dus een heel sterk punt van mijn mentor. Daarnaast ging hij ook heel goed in op de vragen van de ouders, hij zorgde ervoor dat de ouders zich op hun gemak voelden en hij vroeg ook naar de thuissituatie van de leerlingen.
Ten slotte schreef mijn mentor voor zichzelf ook dingen op voor een vervolggesprek. De dingen die hij opschreef, vertelde hij ook.
Wat ik misschien niet zou doen, is andere kinderen bij een oudergesprek gaat. De ouders van leerling X zaten bij het gesprek en mijn mentor had het op een gegeven moment over leerling Y en Z. Ik zou dit op een andere manier aanpakken of dit proberen te vermijden.
Er waren tijdens het gesprek geen vragen die bij mij opkwamen. De 10 minutengesprekken waren voor mij heel duidelijk een leerzaam en ik weet nu ook hoe ik het later zelf zou kunnen doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten