1 + 2. In samenspraak met mijn mentor had ik gekozen om te gaan werken met/kijken naar leerling B. Het leerprobleem van B. is dat hij vaak om zich heen kijkt, terwijl hij eigenlijk aan het werk hoort te gaan. B. heeft ook problemen met zijn taakgerichtheid wanneer andere leerlingen langs lopen en een praatje met hem gaan houden. Hij blijft na dit gesprekje vaak nog lange tijd voor zich kijken in plaats van in zijn boek. Dit was mij opgevallen tijdens mijn startobservatie.
Hieronder staat een foto van de startobservatie.
Op de foto staat dat leerling B. gedurende de geobserveerde 15 minuten
53 % taakgericht bezig was
40 % bezig was met dagdromen, rondkijken, andere activiteiten
7 % contact had met medeleerlingen
0 % contact had met de leerkracht
0 % bezig was met opstaan en rondlopen
3. De aanpak waarmee ik B. meer aan de slag wilde laten gaan, was om vooraf even een gesprekje met hem aan te gaan. In dit gesprekje heb ik met hem gesproken over de taak die hij gaat maken. Ook heb ik aan hem gevraagd hoe lang hij denkt hiermee bezig te zijn. De stappen die ik heb genomen bij toepassingskaart 5 heb ik ook dus bij deze toepassingskaart gebruikt.
Hieronder staat een foto van de eindobservatie.
Gedurende deze 15 minuten was/had de leerling:
84 % van de tijd taakgericht bezig
9 % van de tijd bezig met dagdromen, rondkijken, andere activiteiten
7 % van de tijd contact met medeleerlingen
0 % van de tijd contact met de leerkracht
0 % van de tijd bezig met opstaan en rondlopen
5. Door het vergelijken van de twee observaties zag ik de volgende veranderingen. De taakgerichtheid van leerling B is groter geworden. De taakgerichtheid van leerling B. is van 53 % naar 84 % gestegen. Het dagdromen, rondkijken en de andere activiteiten zijn gedaald van 40 % naar 9 %. Dit is dus een forse daling. Het contact met de medeleerling is echter hetzelfde gebleven. Dit is blijven hangen op 7 %.
6. De conclusies die ik aan de hand van deze observaties kan trekken, zijn als volgt. De aanpak heeft voor een groot gedeelte wel gewerkt. De taakgerichtheid van leerling B. is vergroot en het dagdromen is afgenomen. Hier moeten echter wel een aantal kanttekeningen geplaatst worden. Het contact met de medeleerling is namelijk hetzelfde gebleven. Een gedeelte van het probleem is dus nog niet opgelost. Dit had ik ook eerlijk gezegd niet verwacht. Ik denk dat er pas echte uitspraken gedaan kunnen worden over de taakgerichtheid van leerling B. als er langer met hem gewerkt wordt en de uitkomsten zo blijven. Drie dagen begeleiding is hier in mijn ogen te weinig voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten